Mislukt reïntegratietraject is te vaak einde oefening
Mislukt reïntegratietraject is te vaak einde oefening
Voor mensen van wie het reïntegratietraject is mislukt is te weinig zorg. Ook is vaak niet duidelijk waarom dergelijke trajecten mislukken. Bovendien krijgen maar weinig uitkeringsgerechtigden een kans op een tweede traject te volgen bij een ander reïntegratiebedrijf.
Als dit al gebeurt wordt er vaak niet gekeken waarom het eerste traject is mislukt en wordt, omdat het tweede reïntegratiebedrijf vaak ´met een schone lei´ wil beginnen.
Op deze manier worden er dus geen wijze lessen getrokken uit het mislukken van het eerste traject.
Dit blijkt uit een onderzoek van de Raad voor Werk en Inkomen (RWI) naar mislukte reïntegratietrajecten.
De RWI adviseert gemeenten, het UWV en die diverse reïntegratiebedrijven daarom om meer aandacht te besteden aan de oorzaken en gevolgen van het falen van reïntegratieprojecten.
Uitkeringsgerechtigden, zoals mensen met een bijstandsuitkering en WAO´ers, volgen dergelijke trajecten om hun kansen op betaald werk te vergroten.
Vaak wordt het meedoen aan zo´n traject verplicht gesteld door de uitkerende instantie. Het UWV en de gemeenten kopen dergelijke trajecten in bij commerciële bedrijven.
In deze business gaan vele miljoenen belastinggeld om. Derhalve is het in de ogen van RWI belangrijk dat dit geld goed besteed wordt.
De RWI stelt voor om tijdig in te grijpen als een reïntegratietraject moeilijk verloopt of dreigt te mislukken. Er kan dan eerder uitgekeken worden naar alternatieven die meer resultaat opleveren.
Slechts zo´n 15 procent van de bijstandsgerechtigden en WAO´ers en maar ongeveer 30 procent van de WW´ers krijgt na een mislukt reïntegratietraject binnen een jaar een tweede kans.
Er is weinig bekend over de begeleiding van uitkeringsgerechtigden die geen tweede traject krijgen aangeboden.
Volgens de RWI is het belangrijk om duidelijkheid te krijgen hoe deze grote groep begeleid wordt naar een nieuwe baan.
De Raad van Werk en Inkomen (RWI) adviseert de regering en andere partijen over alles wat te maken heeft met werk en inkomen.
De bedoeling daarvan is het bevorderen van een goed functionerende arbeidsmarkt.