h

VRAAG EN ANTWOORD OEKRAÏNE REFERENDUM

21 maart 2016

VRAAG EN ANTWOORD OEKRAÏNE REFERENDUM

Foto: SP

woensdag 16 maart was er een debatavond georganiseerd door de SP Súdwest Fryslân.  In aansluiting hierop een artikel met vragen en antwoorden over deze kwestie.

Foto: SP

 

V: Wie was de initiatiefnemer van het referendum?

A: Burgercomité EU: een klein gezelschap EU-kritische burgers van links tot rechts. Het comité besloot een raadgevend referendum aan te vragen over de goedkeuringswet van dit associatieakkoord. Vervolgens zijn verschillende organisaties, waaronder de SP en GeenPeil, aangehaakt bij het initiatief. Het is dus nadrukkelijk géén initiatief van GeenStijl of GeenPeil.

V: Heeft een raadgevend referendum wel zin?

A: Als er uit het referendum een nee komt, moet de regering en de Tweede Kamer zich opnieuw over de goedkeuring van dit akkoord buigen. Een meerderheid in de Tweede Kamer heeft al laten weten de uitkomst van het referendum te zullen respecteren. Dat betekent dat bij een nee de kans aanwezig is dat het ratificatieproces niet voltooid kan worden en het verdrag dus niet in werking treedt. In de Wet Raadgevend Referendum, artikel 13, lid 2, staat dat ‘indien een referendum is gehouden en onherroepelijk is vastgesteld dat dit heeft geleid tot een raadgevende uitspraak tot afwijzing, zo spoedig mogelijk een voorstel van rijkswet wordt ingediend dat uitsluitend strekt tot intrekking of bekendmaking van rijkswet.’ Dit is in lijn met recente uitspraak van het kabinet: ‘Bij een onherroepelijke raadgevende uitspraak tot afwijzing zal het kabinet op grond van de Wet raadgevend referendum een wetsvoorstel tot intrekking dan wel tot inwerkingtreding van de goedkeuringswet bij de Kamer aanhangig maken.’

V: Zijn er straks wel genoeg stemlokalen?

A: Dat is zeer de vraag. De VNG heeft hard moeten knokken voordat er 10 miljoen extra beschikbaar gemaakt werd voor de organisatie van het referendum. De minister van Binnenlandse Zaken, Plasterk, hield aanvankelijk zijn poot stijf toen gemeenten de noodklok luidden. In totaal is er nu 30 miljoen beschikbaar. Maar volgens de VNG is de organisatie van een referendum vergelijkbaar met die van landelijke verkiezingen, terwijl daar in 2012 ruim 42 miljoen voor beschikbaar was. Verschillende gemeentes hebben al aangekondigd dat er minder stemlokalen zullen zijn dan normaal: Son en Breugel stelt drie stembureaus open tegen tien bij normale verkiezingen. Voor Nuenen is de verhouding vijf stemlokalen tegen normaal veertien, voor Geldrop-Mierlo acht in plaats van twintig, voor Wijchen veertien in plaats van tweeëntwintig, voor Beuningen tien in plaats van vijftien, voor Hellevoetsluis vijftien in plaats van vierentwintig en voor Venlo eenentwintig in plaats van vijftig. Gemeenten geven aan dat ze een lage opkomst verwachten en dat ze het moeten doen met beperkte middelen. Met een opkomst van 63,3% bij het referendum over de Europese grondwet is er geen objectieve reden om een lage opkomst te verwachten. Er is wel een subjectieve reden om een lage opkomst te wensen: als de opkomstdrempel niet wordt gehaald is het referendum niet geldig.

V: Dit is toch vooral een vrijhandelsakkoord? Wat is daar mis mee?

A: Dit akkoord gaat veel verder dan een vrijhandelsakkoord. Dat blijkt alleen al uit het feit dat het akkoord uiteenvalt in een politiek deel en een handelsdeel. Het doel van het akkoord is de ‘geleidelijke toenadering tussen de partijen’. Oekraïne moet haar wetgeving op tal van terreinen aanpassen aan de EU, en op alle zaken ‘van wederzijds belang’ wordt een ‘versterkte samenwerking’ en ‘versterkte politieke dialoog’ gezocht. Het is een zeer veelomvattend akkoord, dat artikelen bevat over samenwerking met en afstemming op de EU op het gebied van onder meer buitenlandbeleid, justitie, milieu, ruimtevaart, onderwijs, cultuur, sport, volksgezondheid en defensie. Volgens een anonieme EU-diplomaat zorgt het akkoord ervoor dat Oekraïne voor 80% een EU-lidstaat wordt qua Europese wetgeving op het gebied van handel en economie.

Foto: SP

V: Betekent een associatieakkoord automatisch een opstapje naar lidmaatschap van de EU?

A: Een associatieakkoord is niet zelden een opstapje naar lidmaatschap van de EU. Dat is eerder gebeurd in bijvoorbeeld het geval van Kroatië, Estland, Letland, Litouwen, Polen, Slovenië, Roemenië en Bulgarije. Diverse hoge EU-functionarissen, waaronder de voormalig EU-Commissaris Uitbreiding Stefan Füle, hebben gesuggereerd dat toetreding het einddoel is. Ook in Oekraïne zelf wordt dit akkoord zo opgevat door een deel van de bevolking. President Porosjenko zei bovendien dat hij ervan droomt om lid te worden van het Europees Parlement. In Oekraïne is EU-lidmaatschap overigens ook omstreden: in 2015 bleek uit een peiling van Ukraine-Analyseni 20% van de bevolking in Oost-Oekraïne en 33% in Zuid- Oekraïne voor EU-lidmaatschap te zijn in het geval van een referendum. Voor de bevolking als geheel stokte de teller op 47%.

V: Zowel de EU als Oekraïne zullen profiteren van de toegenomen vrijhandel.

A: Dit associatieakkoord is een neoliberaal verdrag. Het doel is het creëren van een vrije markt waarbij liberalisering en privatisering de middelen zijn. Vrijhandel betekent voor Oekraïne dat de overheid veel minder maatregelen kan nemen om de economie te beschermen tegen de instroom van goederen, diensten en kapitaal. Bovendien zijn het vooral grote bedrijven die van vrijhandel profiteren. Oekraïne zal prijssubsidies en staatssteun voor ondernemingen moeten afbouwen, en allerlei sectoren worden geliberaliseerd. Gelijktijdig krijgen Europese ondernemingen gelijke rechten als Oekraïense. Dat betekent dat ondernemingen in Oekraïne gemakkelijker weggeconcurreerd kunnen worden. Tevens vervallen de voordelige handelstarieven in de handel met Rusland voor Oekraïne, waar vooral de industrie in het oosten van het land van profiteert. Ook zullen de prijzen van bepaalde producten, zoals bijvoorbeeld medicijnen, naar verwachting juist stijgen door de internationale verplichtingen die het akkoord met zich meebrengt. De vrijhandel die door dit akkoord gestimuleerd wordt, is bovendien ook niet goed voor de EU: de kans op oneerlijke concurrentie neemt toe doordat Oekraïners dankzij visumvrij reizen makkelijker zwart werk kunnen vinden in de EU, waar EU-arbeiders weer de dupe van worden.

V: Hoe zit het met de corruptie in Oekraïne?

A: Oekraïne is een zeer corrupt land: het staat op plaats 130 van de 174 van Corruption Perceptions Index van Transparancy International (hoe hoger, hoe currupter). Omdat Oekraïne in gebreke blijft bij het nakomen van zijn financiële verplichtingen verlaagde kredietbeoordelaar Standard & Poor’s de status van het land in 2015 naar dat van wanbetaler. Er zijn signalen dat IMF-geld in de verkeerde handen terecht gekomen is. Corruptie is in alle hoeken en gaten van de samenleving terug te vinden: denk aan het omkopen van professoren op de universiteit om tentamens te halen of het met de pet rond gaan bij burgers om een publiek project te realiseren, ondanks het feit dat zij al belasting betaald hebben. Ook veel buitenlandse, waaronder Nederlandse, ondernemers worden geconfronteerd met de corruptie in het land, waardoor projecten halverwege worden afgebroken.

V: Met dit akkoord stelt de EU zich solidair met de Oekraïense bevolking op.

Foto: SP

A: Nee. Dit akkoord heeft nadelige effecten voor Oekraïne, hoe mooi de woorden op papier ook klinken. Oekraïne verkeert in chaos en de directe aanleiding voor het barsten van de bom was dit associatieakkoord, dat de tweedeling in het land op scherp zette. Er vinden mensenrechtenschendingen plaats en corruptie viert hoogtij. Associatieakkoorden afsluiten met regeringen die deze problemen totaal niet in de hand hebben is dan ook geen gebaar van solidariteit, integendeel. Met dit associatieakkoord blijft Oekraïne gevangen in het machtsspel tussen de EU en Rusland en dat kan zeer kwalijke gevolgen hebben voor Oekraïne. Belangrijk detail: het politieke gedeelte van het akkoord werd ondertekend door een Oekraïense interim-regering, op het moment dat het gewapend conflict hevig woedde – waar het akkoord weer een belangrijke aanleiding toe vormde. Solidariteit is in dezen een misplaatst begrip.

V: Dit akkoord speelt Poetin in de kaart

A: Nee. Los van wat Poetin ervan vindt, en zonder hem te willen ‘helpen’ of ‘bevreesd’ voor hem te zijn, is het een feit dat de bevolking in Oekraïne verdeeld is. Een peiling van het Kiev international institute of sociology (KIIS) wijst uit dat ten tijde van het ondertekenen van het politieke gedeelte van het akkoord (maart 2014) ongeveer 40% van de bevolking voor was, en 40% tegen. Tot op heden blijft de bevolking verdeeld over het akkoord. Volledige inwerkingtreding van dit akkoord zal niet alleen een reactie van Poetin oproepen, maar ook van de Russische Oekraïners in het land.

V: Dit akkoord levert banen op, zowel in de EU als in Oekraïne.

A: Gezien het feit dat Oekraïne haar markt moet openstellen voor Europese bedrijven, en voordelen voor het binnenlandse bedrijfsleven moet afschaffen, is de kans aanzienlijk dat er in Oekraïne juist banen zullen verdwijnen in bepaalde sectoren. Te denken valt aan de staalindustrie, een belangrijke exportsector in Oekraïne, die vanwege het akkoord geconfronteerd wordt met afgeschafte staatssubsidies en hogere energieprijzen. Ook is de vraag wat voor type banen er dankzij het akkoord gecreëerd zullen worden in de EU. Zo vergemakkelijkt het akkoord het vrije verkeer van kapitaalstromen, een activiteit die niet direct een wezenlijke bijdrage levert aan de reële economie of echte banen.

V: Dit akkoord versterkt de rechtstaat en democratie in Oekraïne. Dat is toch een goede zaak?

A: In de eerste plaats is het de vraag of het verstandig is om dergelijk ingrijpende akkoorden te sluiten met een regering die onder vuur ligt vanwege ernstige mensenrechtenschendingen en oorlogsmisdaden. Vanuit het principe van rechtsstatelijkheid is dit akkoord juist een verkeerd politiek signaal. Oekraïne schiet ernstig tekort als het gaat om de principes die ten grondslag liggen aan een associatieakkoord, zoals de eerbiediging van de democratische beginselen, de fundamentele rechten van de mens, fundamentele vrijheden en de beginselen van de rechtsstaat. Onlangs heeft de regering in Kiev bovendien de Communistische Partij verboden om mee te doen aan de verkiezingen – niet bepaald het toonbeeld van een gezonde democratie. De regering zou eerst orde op zaken moeten stellen. Niets weerhoudt de EU en andere landen er bovendien van om langs andere wegen bij te dragen aan de versterking van de rechtstaat en democratie in Oekraïne. Dat kan bijvoorbeeld door het sturen van experts die hierbij assisteren.

V: Hoe kunnen we Oekraïne dan helpen?

A: Oekraïne wordt al op een hele hoop manieren geholpen. Er is hulp vanuit het IMF, de EU, de Raad van Europa en Nederland. Alle programma’s richten zich onder andere op het verbeteren van de mensenrechten in Oekraïne en het aanpakken van de corruptie. In 2014 presenteerden de Europese Unie en de Verenigde Staten een gezamenlijk plan voor Oekraïne. Financiële hulp moest Oekraïne door een overgangsperiode helpen, onder leiding van een breed gedragen interim-regering. Vanuit het IMF loopt er nu een financieel hulppakket van 15,5 miljard euroii, in totaal zou het om een pakket van zo’n 35.5 miljard euro gaan. De Europese Unie steunt Oekraïne op meerdere manieren. Zo is er een contract getekend, waarbij Oekraïne voor 355 miljoen euro aan steun ontving om de economie op korte termijn vooruit te helpen. Ook kreeg Oekraïne in maart 2015 een extra lening van 1,8 miljard euro voor extra hervormingen; dit kwam bovenop de 1,6 miljard euro aan eerdere leningen. Naast leningen ontving Oekraïne ook humanitaire hulp vanuit de EU en werden invoertarieven verlaagd of afgeschaft, zodat Oekraïense producten makkelijker de Europese markt op kunnen. Bovendien stuurde de Europese Unie op 1 december 2014 een commissie naar Oekraïne om het land te adviseren op het gebied van politie en justitie. Het doel van de commissie is om de rechtsstaat in Oekraïne te versterken. De commissie zal erop toezien dat de geadviseerde hervormingen zo snel mogelijk worden uitgevoerd. De missie zal twee jaar duren. Ook de Raad van Europa heeft een uitgebreid actieplan waarmee het Oekraïne wil helpen. Er zijn hoofdstukken over democratisering, economische misdaad en mensenrechten. Er is een budget van maar liefst €45 miljoen euro. Nederland steunt Oekraïne in de vorm van noodhulp (€1,5 miljoen euro in 2015 en €3 miljoen euro in 2016) en het Matra-programma. Dat programma is bedoeld om de rechtsstaat in landen te verbeteren. Ten slotte is er de mogelijkheid om ngo’s in Oekraïne te ondersteunen die de corruptie aan willen pakken en mensenrechten verbeteren. Op die manier hoeven er minder zaken gedaan worden met de corrupte regering.

V: Welke gevolgen heeft dit verdrag voor vrachtwagenchauffeurs?

A: Door dit verdrag ligt verdringing van Nederlandse vrachtwagenchauffeurs op de loer. Artikel 85 stelt dat er een ‘geleidelijke wederzijdse liberalisering van het recht van vestiging, en de handel in diensten’ komt. ZZP vrachtwagenchauffeurs zijn geen werknemers, maar dienstverleners en zij kunnen dus straks ‘vrij’ hun diensten in Nederland gaan verlenen. Op grond van art. 88 mogen Oekraïense transportbedrijven daarnaast dochterondernemingen in de EU vestigen en kunnen Oekraïners vanuit Oekraïne gedetacheerd worden om in Nederland te komen werken. Op grond van art. 94 mag Nederland transportbedrijven (grensoverschrijdende dienstverleningen) niet minder gunstig behandelen dan Nederlandse transportbedrijven en krijgen zij volledige markttoegang.

V: Wat zijn de gevolgen voor migratie van het akkoord?

A: Het akkoord maakt niet direct het vrije verkeer van personen mogelijk, en een grote toestroom uit Oekraïne valt dan ook niet te verwachten. Maar vast staat wel dat er in de context van het associatieakkoord onderhandelingen plaatsvinden over de opheffing van de visumplicht voor Oekraïense burgers, waarover mogelijk binnen enkele maanden al een akkoord wordt bereikt. Visumvrij reizen is namelijk één van de doelstellingen uit het akkoord. In de preambule staat: ‘Erkennend dat het van belang is op termijn een visumvrije regeling in te voeren voor de burgers van Oekraïne, mits aan alle voorwaarden voor een goed beheerde en veilige mobiliteit wordt voldaan’. Voor wit werk blijft een werkvisum vereist, maar het is mogelijk dat Oekraïners op zoek zullen gaan naar zwart werk in EU-landen, dat immers vergemakkelijkt wordt door het visumvrij reizen.

V: Hoe zal Rusland reageren als het akkoord doorgaat?

A: Het akkoord zorgt voor een versterkte economische relatie tussen Oekraïne en de EU. Poetin voelt zich door de EU en NAVO bedreigd en komt nu al in verzet. Zo werd 1 januari naar aanleiding van het associatieakkoord een importverbod op landbouwproducten vanuit Oekraïne van kracht en wordt volop geïnvesteerd in de Russische defensie vanwege de NAVO-versterkingen aan de grens met Rusland. Als het akkoord volledig in werking treedt zal het wantrouwen vanuit Rusland alleen maar toenemen. De kans is aanzienlijk door dit akkoord de relatie Rusland en Oekraïne, maar ook tussen Rusland en de EU, zal verslechteren.

Foto: SP

 

Reactie toevoegen

U bent hier